donderdag 1 januari 2015

Waarom zo langzaam?

Van huis uit houd ik wel van snelle en rigoreuze veranderingen. Ware het niet dat dat meestal niet de makkelijkste veranderingen zijn. Het liefste trok ik vandaag nog de ijzers van haar voorvoeten en zette ik alle vier haar hielen kort, met de straal op de grond. Door schade en schande wijzer geworden op andere gebieden, kies ik nu echter liever voor een geleidelijke, meer comfortabele overgang, dan voor snel, maar pijnlijk (voor haar dan).

Ik merk dat kleine veranderingen al heel veel lucht geven en dat mijn merrie hierop reageert door soepeler en krachtiger, zekerder te gaan lopen.

Ervaren bekappers noemen het feit dat de hoef zelf ook goed in staat is zichzelf te verbeteren, als je een aanzet geeft of enige ruimte, zoals in ons geval de kwartieren gelijk maken met de zool, wat al kan zorgen voor comfortabeler lopen, rondere hoeven en minder druk op de hielen en op de toon (flare).

Eén ding leek me duidelijk bij mijn merrie: Ze heeft nu niet voldoende straal om op te lopen. Als ik haar in één keer kort zet, dan heeft ze niks om op te staan. Tot de straal beter is ontwikkeld, laat ik daarom de lengte van de hakken nog wat langer.

Het inkorten van de tenen maakt dat het afrolpunt van de hoef meer naar achteren komt. Dit zorgt weer voor een verdere extentie van het been en de voet bij het lopen. En dit zorgt weer voor meer impact op de hielen bij het landen. Als je dus de teen inkort, is het belangrijk om te zorgen dat er bij de hiel iets is om op te landen. Zijn het nog niet de stralen, dan maar de achterkant wat beschermen door de hielen voorlopig nog iets langer te houden. (Bron: http://www.hoofrehab.com/HeelHeight.html

Hetzelfde geldt voor verzakking en samengeknepen hielen. Zet je het paard in één keer helemaal kort op de hielen, dan is de overgang voor de voet heel groot. Zeker; de voet komt weer in een natuurlijker stand, maar omdat de stand zo lang onnatuurlijk is geweest en de hele voet, pezen, spieren en ligamenten zich daarop hebben aangepast, is het pijnlijk als de voet opeens in de correcte stand wordt gezet. Geleidelijk korter maken van de hielen maakt het proces langer, maar ook comfortabeler (denk en hoop ik). Daarnaast heeft de straal intussen tijd om aan te groeien en kan deze geleidelijk een deel van de draagfunctie van de hielen gaan overnemen.

Ervaren bekappers melden zelfs dat de hielen bij zo'n geleidelijk aanpak soms vanzelf afslijten. Kennelijk heeft de hoef ook een zelfcorrigerend vermogen. Zijn de lange hielen niet meer nodig, dan slijten ze vanzelf af.

In het geval van mijn merrie (foto's in dit bericht allen van linksvoor): De hielen zijn te hoog, maar niet extreem hoog. Ze zijn wel te lang, maar doordat ze onder zijn geschoven zijn ze lang niet zo hoog als ze lang zijn.

Op de röntgenfoto is te zien dat er niet erg veel ruimte is tussen de grond en het hoefbeen. De hielen veel lager zetten zou denk ik het hoefbeen te dicht bij de grond brengen (en naar achteren kantelen!) en bovendien zou ik de hoefwand niet gelijk kunnen maken met de hielen, want dan zou ze zo ongeveer met het hoefbeen op de grond staan.

Ik denk dat het hoefbeen toch wel iets lager 'hangt' dan normaal is. Doordat hij niet vastzit aan de voorwand van de hoef en mogelijk ook door de verzakking genoemd in het vorige bericht.

Als de straal aangroeit zodat het hoefbeen daarop kan rusten en de hoefwand vóór weer goed is aangehecht, hoop ik dat het hoefbeen en de interne structuur weer hoger in de hoefwand komt.

Als de hielen dan nog te lang zijn, lijkt me dat een goed moment om ze zo nodig bij te werken.

Het verwijderen van de ijzers wil ik niet eerder doen dan ongeveer 5 weken na bekappen. Ik weet uit ervaring dat de hoefwand dan nog niet extreem lang is, maar wel (hopelijk) lang genoeg om haar zonder ijzers redelijk comfortabel te laten lopen. Dat wil zeggen om ietsje te compenseren voor het gebrek aan straal.

De zool zelf lijkt me op zich wel redelijk dik. In eerste instantie denk ik dat ik vooral gelegenheid moet geven om zool en straal sterker te maken en niet veel meer doen dan de hoefwand een beetje netjes maken. Gelukkig is de ondergrond in de wei zacht en wat schurend, waardoor er wel druk en stimulatie op de zool en straal is, maar geen harde impact.

Sneller is niet altijd beter (moest ik ook leren). We hebben gelukkig geen haast. Ik rijd maar heel sporadisch op haar, ook vanwege het feit dat ik altijd het gevoel had dat ik haar dan teveel belastte, wat nu eindelijk bevestigd wordt. We wandelen wel veel samen, ik denk dat dit ook een goede stimulatie is voor de hoeven. Zolang we het niet overdrijven :).

Natuurlijke slijtage van de hoeven is ook iets van elke dag, in die zin lijkt me dat nabootsen altijd prettiger voor een paard, dan eens in de 6 tot 8 weken een flink stuk van de hoeven afhalen. Nog afgezien van verbeteringen die je aanbrengt in de hoeven. Ik heb het bijvijlen nu onderdeel gemaakt van de dagelijkse poetsbeurt en het neemt niet veel meer tijd (of spierkracht) dan uitgebreid de hoeven krabben/borstelen.